x10
We nemen een getal: 5. Spreek uit: vijf.
Eén cijfer, daarom een echte 5, niets meer en niets minder.
Volgende getal: 15. Spreek uit: vijftien.
Twee cijfers. Nog steeds een echte 5, maar hier zie je geen echte 1. Die 1 staat voor 10.
Volgende getal: 315. Spreek uit: driehonderdvijftien.
Drie cijfers. Een echte 5, geen echte 1 maar 10 en geen echte 3 maar 300.
Hoe zit dat dan? Zo is dag afgesproken. In getallen betekent elke stap naar links 10 keer zoveel. Zet je er een 2 voor, dan krijg je 2000.
Hieronder staat het getal 2315. Spreek uit: tweeduizenddriehonderdvijftien.
D = duizendtal
H = honderdtal
T = tiental
E = eenheid
Voor het getal 2315 staat tussen haakjes de waarde van elk cijfer.
:10
We nemen een getal: 5. Spreek uit: vijf.
Eén cijfer, daarom een echte 5, niets meer en niets minder.
Volgende getal: 15. Spreek uit: vijftien.
Twee cijfers. Nog steeds een echte 5, maar geen echte 1. Die 1 staat voor 10.
Volgende getal: 315. Spreek uit: driehonderdvijftien.
Drie cijfers. Een echte 5, geen echte 1 maar 10 en geen echte 3 maar 300.
Hoe zit dat dan? Zo is dag afgesproken. In getallen betekent elke stap naar links 10 keer zoveel. Zet je er een 2 voor, dan krijg je 2000.
Hieronder staat het getal 2315. Spreek uit: tweeduizenddriehonderdvijftien.
D = duizendtal
H = honderdtal
T = tiental
E = eenheid
Voor het getal 2315 staat tussen haakjes de waarde van elk cijfer.